Working Islands (2011, Ministry of Social Affairs, The Hague)

Hires here

The installation 'Working Islands' has a strong relation with its environment: the architecture of Herman Hertzberger, the inside - outside qualities of the given space and the every day life of the users and employees of the ministry. 'Working Islands' autonomously moves to different arrangements of the elements every night.

 

 

 

...

De titel verwijst naar de eilanden die in het ‘bassin’ al in het architectenplan bedacht waren, en welke ik betrek in mijn voorstel, en het verwijst naar de geschiedenis van de sociale woningbouw en de hoogbouw. ‘Working’ staat hier voor de arbeid maar in het bijzonder voor ‘de frictie’ en beweging. Het resoneert bovendien met het concept van een groep bureaus met computers die doorgaans in kantoortuinen te vinden zijn, of, letterlijk vertaald, activiteiten van de offshore industrie. De titel zelf biedt hier vooral een prozaïsche link van het kunstwerk met een werkelijkheid.

Architectuur

De directe omgeving van ‘Working Islands’ wordt bepaald door de architectonische aanwezigheid van het oorspronkelijke gebouw en van de nieuwe ingreep waarvoor delen van het oorspronkelijke gebouw gesloopt werden.

Een van de zaken die mij daarbij opvallen, is dat een ‘nieuwe’ bouwlaag onderaan een bestaand gebouw geplaatst wordt, en niet bovenop, zoals gebruikelijk al vanaf de ‘Insulae’ - eilanden, de Romeinse woonkazernes uit het begin van de jaartelling. Hier is voor mij opmerkelijk dat deze hoogbouw avant-la-lettre oorspronkelijk gebouwd was voor de minder bedeelden en de gelukszoekers die vanaf het platteland werk kwamen zoeken in de steden. Een vroege vorm van sociale woningbouw wellicht. ‘Working Islands’ refereert aan die historische link tussen werk, welvaart, sociale status en architectuur.

De plaats waarvoor deze kunsttoepassing voorzien is, is de restruimte tussen de oorspronkelijke en de nieuwe architectuur. Hier was oorspronkelijk water voorzien. Een, voor mij markante eigenschap van deze plek is dat er een veelheid aan vormen en vormgeving is. Er is veel detaillering in de architectuur en bovendien zie ik een contrast tussen de vloeiende en ronde vormen van het nieuwe restaurant en de rechte oorspronkelijke bouw. Ook is er een steeds wisselende verhouding tussen het binnen en het buiten. Mijn overweging daarbij is om niet een toevoeging aan vormvocabulaire te maken. In mijn voorstel citeer ik eerder uit vormen, restvormen en verhoudingen die elders in het gebouw voorkomen, met name afkomstig uit de gesloopte bouwlaag.

Gebruik

Het gebouw wordt gebruikt door bezoekers en medewerkers van het ministerie van SZW. Met name de medewerkers zullen met regelmaat de kunsttoepassing zien. Het maakt een aantal jaren onderdeel uit van een omgeving waar gegeten, gepraat, ontspannen en wellicht gestaard wordt. Ik zie het als een bijzondere uitdaging om de factor tijd te betrekken bij de ervaring van een kunstwerk. De introductie van verandering in tijd, in die omgeving, maakt dat het spannend blijft om ‘Working Islands’ te blijven ervaren.

Functie en geschiedenis.

Het ministerie van SZW zie ik als een orgaan dat een bepaalde verantwoordelijkheid mobiliseert rond de werkomstandigheden, zorg draagt voor werkzoekenden en voor de kwetsbaren binnen de samenleving. Deels wordt de verantwoordelijkheid zelf door het ministerie ingevuld, doordat ze bijstand verleend.
Voordat er een ‘wet werk en bijstand’ (de Geus, 2004) en een ‘algemene bijstandswet’ was (klompé, 1963), was er een ‘armenwet’ (1912) welke voor het eerst de zorg regelde vanuit de staat en deels uit handen nam van-, en het minder afhankelijk maakte aan het particuliere initiatief, kerk en notabelen.

Om kort te gaan, draagt het ministerie al bijna honderd jaar bij om de bewoners van ons land een menswaardig bestaan te garanderen.

Een van de zaken die een voorwaarde zijn voor een volwaardig leven, is huisvesting. Binnen die huisvesting is het bezitten van meubels een voorwaarde om het een ‘thuis’ te maken. Meubels voorzien in de behoefte van ondersteuning en comfort en de uitdrukking van individualiteit. Meestal reflecteert de sociale achtergrond van de gebruiker in zijn- of haar meubels. Als men arm is, of weinig verdiend, of er moet opnieuw een huishouden opgebouwd worden, dan is dat te zien aan het meubilair.

Ik wil met de maatvoering van ‘Working Islands’ een verwijzing maken met de ‘usability’ van meubilair; er is een bijzondere verhouding tussen gebruiker en object: de hoogte van een stoel kan nooit veel groter zijn dan de lengte van iemands (onder-)been, een tafel is zo hoog dat een zittend persoon er makkelijk de onderarmen op kan leggen, enzovoort. Een meubel heeft dus een ‘performatieve’ kant, dwz de vorm, de constructie en de verhouding impliceert dat een gebruiker een bepaalde houding moet gaan aannemen. Het is als een omgekeerd geheugen; de vorm bepaald wat je gaat doen. Straks kan het publiek plaatsnemen op de delen van ‘Working Islands’ en wordt daarmee onderdeel van het werk: men ziet je erop zitten en jij ziet het werk en de omgeving vanuit een ander perspectief.

...

Een ander deel van de ‘eilanden’ worden op wielen van industriële kunststof gezet. Een traag draaiende elektromotor, wormoverbrenging, eindswitches en regeltechniek zorgt ervoor dat de plaats en de onderlinge rangschikking van de elementen van ‘Working Islands’ steeds anders is. Deze trage choreografie van verplaatsingen wordt qua snelheid niet voor het blote oog zichtbaar.

...

working islands-
wit